Toen Darwin begin 1837 terug naar Londen ging werd hij gezien als grote wetenschapper. Hij gaf 80 opgezette zoogdieren en 450 opgezette vogels aan de wetenschappers van de Zoological Society. Darwin zelf werd lid van de raad van de Geological Society en begon aan zijn boek over koraalriffen in de Stille Oceaan. In 1828 trouwde Darwin met zijn nicht Emma Wedgewood. In dat jaar werd hij lid van de belangrijke wetenschappelijke vereniging de Royal Society. Daar werd zijn eerste boek gepubliceerd; dat was een verslag van zijn reis met de Beagle. In 1842 schreef hij zijn tweede boek over koraalriffen. In 1846 begon hij met het studeren van zeepokken en zeedieren die zich vastzetten aan rotsen.

 

Darwin kon het niet geloven dat god voor elk Galapagoseiland een ander soort schildpad op ander dier had geschapen. De enige verklaring was dat de ene soort de verschillende omgevingen in een andere was veranderd. In juli 1837 begon Darwin in het geheim aan zijn boek Tansmutation of Species. Darwin was niet de enige die op evolutie idee was gekomen zijn grootvader Grasmus Darwin was al op dat idee gekomen en dat was al in de achttiende eeuw (1700-1800). Ook Jean Baptiste Lamarck in 1815 op een evolutietheorie gekomen, maar daar keek niemand naar.

 

Darwin had het idee dat dieren ontwikkelden maar hij had geen idee hoe. Hij wist dat individuele soorten zich hadden aangepast aan de omgeving. Op een herfst ochtend in 1838 wist hij plotseling het antwoord na het lezen van een boek van een econoom Thomas Malthus. Want in zijn boek ''Priciples of Population'' stond er dat de bevolking op aarde sneller zou groeien dan de voedsel voorraad. Bijvoorbeeld: een getrouwd stel krijgt vier kinderen, die kinderen krijgen ook vier kinderen en ga zo maar door.

 

Dan zou de wereld bevolking ongeveer per 25 jaar verdubbelen en de voedselvoorraad kan zich niet zo snel verdubbelen. Dus zou er een strijd komen en de beste en sterkste zouden winnen en het eten krijgen. Maar de mensen die slapper waren en geen voedsel krijgen lijden van honger of gaan zelfs dood. Dus blijft er maar een ras over de sterke en beste. Darwin had in economie en de leef omgevingen van de mens niet echt veel belangstelling. Maar toen hij het boek van Malthus had gelezen, zag hij dat hetzelfde gold als voor mensen als voor dieren. Wetenschappers wisten al lang dat mensen moesten strijden voor voedsel.

 

Hier lag de sleutel voor de evolutietheorie. Er zijn vissen die miljoenen eieren leggen, maar de zee wordt daar niet bomvol door omdat veel eitjes worden opgegeten door dieren of op een andere manier doodgaan. Darwin schreef in het geheim “Ik heb een theorie ontwikkeld”. Maar hij vertrouwde niemand om het te vertellen wat hij wist dat niemand hem ging geloven en hij veel protest zou krijgen omdat mensen in god geloofde. Dus ging hij gewoon door met zijn studie over zeepokken en zeedieren die op rotsen leefden.